UCALL Blog

Preventie en Sancties in het Aansprakelijkheidsrecht

Moet de tbs worden veranderd?

De tbs (terbeschikkingstelling) is een van de zwaarste sancties uit het Nederlandse strafrecht. Voor deze maatregel is in de media, rechtswetenschap en politiek veel aandacht. De tbs is namelijk aan de orde in veel spraakmakende zaken, zoals de zaken tegen Michael P. en Thijs H. en Jos B. In dit blog wordt het strafrechtelijk kader van de tbs beschreven. Ook wordt ingegaan op lopend onderzoek naar de tbs-maatregel dat wordt uitgevoerd door onderzoekers van Ucall.

Wat is tbs?

In Nederland kan de rechter een tbs-maatregel opleggen aan een recidivegevaarlijke dader die aan een psychische stoornis leed ten tijde van het delict. De tbs-maatregel is bedoeld om de samenleving te beschermen tegen gevaarlijke daders. Er zijn twee varianten van deze maatregel: tbs met voorwaarden en tbs met dwangverpleging. Als het recidivegevaar niet te hoog is en de dader aangeeft dat hij wil meewerken, kan de rechter tbs met voorwaarden opleggen.  Dit betekent dat de dader niet onder overheidsdwang wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek. Wel moet hij zich houden aan bepaalde gedragsregels die ervoor moeten zorgen dat hij niet opnieuw de fout in gaat. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat hij geen alcohol mag drinken en dat hij niet bij bepaalde mensen in de buurt mag komen. De tbs met voorwaarden kan maximaal 9 jaar duren. Als de dader te gevaarlijk is om in de samenleving te blijven, kan de rechter tbs met dwangverpleging opleggen. In dat geval wordt de dader gedwongen opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). In het FPC wordt de dader verpleegd. De verpleging houdt in dat de dader wordt opgesloten en dat hij wordt gecontroleerd (bijvoorbeeld op het gebruik van middelen). Naast de verpleging wordt aan de dader ook een behandeling aangeboden. Het doel van die behandeling is om het recidiverisico van de dader te verminderen. Door verschillende factoren die tot gevaarlijk gedrag kunnen leiden aan te pakken, wordt geprobeerd om de kans op recidive kleiner te maken. Tbs met dwangverpleging wordt meestal opgelegd naar aanleiding van een delict dat gevaar veroorzaakt voor de veiligheid van anderen. Dergelijke delicten worden ook wel ‘geweldsdelicten’ genoemd. Als de tbs is opgelegd naar aanleiding van een geweldsdelict, wordt de dwangverpleging pas beëindigd als de dader niet meer (te) gevaarlijk is. De tbs-maatregel kan dan mogelijk levenslang duren. Dit brengt veel onzekerheid met zich voor de veroordeelde. De gemiddelde duur van een tbs met dwangverpleging is ongeveer 8 jaar . In het afgelopen jaar werd 145 keer tbs met voorwaarden opgelegd en 63 keer tbs met dwangverpleging.

Gevangenisstraf naast tbs

Sommige daders hebben een psychische stoornis die zo ernstig is dat zij niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het delict dat zij pleegden. In dat geval stelt de rechter vast dat de dader ontoerekeningsvatbaar was. Aan een ontoerekeningsvatbare dader kan wel een tbs-maatregel worden opgelegd, maar geen gevangenisstraf. Als de dader niet ontoerekeningsvatbaar is – maar helemaal toerekeningsvatbaar of verminderd toerekeningsvatbaar – kan de rechter naast de tbs met dwangverpleging ook nog een gevangenisstraf opleggen. De hoogste gevangenisstraf die naast tbs kan worden opgelegd is 30 jaar. De Hoge Raad heeft bepaald dat tbs niet kan worden opgelegd in combinatie met een levenslange gevangenisstraf. De tbs-behandeling begint in de meeste gevallen pas als de verdachte voor ‘voorlopige invrijheidstelling’ in aanmerking komt. Dat is op dit moment doorgaans als hij twee derde van zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten. In de toekomst zal dit meestal echter pas op een later moment zijn. De voorlopige invrijheidstelling mag dan namelijk nog maar maximaal twee jaar duren. Het kan dus zo zijn dat een verdachte al een heel lange gevangenisstraf achter de rug heeft voordat de tbs-behandeling begint. Dit is niet onproblematisch: de kans op een geslaagde behandeling wordt door een (lang) verblijf in de gevangenis namelijk kleiner. Uit onderzoek komt naar voren dat bepaalde hersenfuncties, bijvoorbeeld voor het controleren van impulsiviteit, in de gevangenis achteruit zouden kunnen gaan. Toch worden in de praktijk wel eens lange straffen (bijvoorbeeld van 20 jaar of van 28 jaar) opgelegd naast tbs met dwangverpleging. In die gevallen kan het heel lang duren voordat de dader weer terug kan keren in de samenleving. Een dader die voor een bepaald delict naast een gevangenisstraf tbs krijgt opgelegd, zit mogelijk dus (veel) langer vast dan een dader die voor datzelfde delict alleen een gevangenisstraf krijgt.

De rol van de psychische stoornis

Zoals gezegd kan tbs alleen worden opgelegd aan een dader die tijdens het delict leed aan een psychische stoornis. Het hoeft niet zo te zijn dat die dader vanwege de psychische stoornis ook verminderd toerekeningsvatbaar of ontoerekeningsvatbaar is. In sommige gevallen wordt tbs opgelegd aan een psychisch gestoorde verdachte die volledig toerekeningsvatbaar is. Dat gebeurde bijvoorbeeld in deze zaak: de man die op nieuwjaarsnacht 2019 rapper ‘Feis’ had doodgeschoten kreeg 20 jaar gevangenisstraf en tbs. In het Kraggenburgarrest heeft de Hoge Raad bepaald dat er tussen de stoornis en het delict alleen een gelijktijdigheidsverband hoeft te bestaan. De rechter moet vaststellen dat de stoornis aanwezig is geweest op het moment van het delict, maar niet dat de stoornis ook invloed heeft gehad op het delict. Voor het oordeel over de vraag of de dader tijdens het delict leed aan een stoornis, moet de rechter volgens de wet advies krijgen van (ten minste) twee gedragsdeskundigen. Zij onderzoeken de verdachte. Soms kan het zo zijn dat de verdachte niet wil meewerken aan dat onderzoek, bijvoorbeeld omdat hij tbs wil ontlopen. Als de verdachte weigert, mag de rechter ook zonder advies van de gedragsdeskundigen tbs opleggen. Hij moet daarmee echter wel voorzichtig zijn: er moeten genoeg aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat de verdachte tijdens het delict aan een stoornis leed. Als de rechter niet kan vaststellen dat de verdachte tijdens het delict aan een stoornis leed (of dat de verdachte gevaarlijk is) kan de rechter geen tbs opleggen. De verdachte kan dan alleen een celstraf krijgen. De rechter mag geen tbs opleggen als straf voor het feit dat de verdachte niet mee wilde werken aan het onderzoek. In het vonnis tegen Jos B. werd dit door de rechtbank Limburg nadrukkelijk gezegd: “Afzien van opleggen van TBS mag geen beloning zijn voor niet meewerken, maar opleggen van TBS mag ook geen straf opleveren voor niet meewerken.”

Ongelijke behandeling?

Zoals eerder gezegd kan de tbs-maatregel in sommige gevallen veel langer duren dan een gevangenisstraf. De tbs-maatregel wordt bovendien als zeer belastend ervaren, omdat niet vast staat hoe lang de dwangverpleging gaat duren. Alleen daders die tijdens het delict leden aan een psychische stoornis, kunnen tbs krijgen. Mensen zonder stoornis kunnen alleen een gevangenisstraf krijgen. Het is de vraag of dit gerechtvaardigd is. Daders zonder stoornis kunnen immers ook heel gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld omdat ze zich in een crimineel milieu begeven. Maar die gevaarlijke daders komen na afloop van hun gevangenisstraf ‘gewoon’ weer vrij. Daders die ten tijde van het delict aan een psychische stoornis leden, worden voor onbepaalde tijd en vaak langer vastgehouden dan daders bij wie niet kan worden vastgesteld dat zij tijdens het delict een stoornis hadden, terwijl niet zonder meer duidelijk is dat grote verschillen bestaan in recidivegevaar. Is dat wel eerlijk?

Onderzoek naar de tbs-maatregel

Er zijn in elk geval twee verschillende manieren waarop het verschil tussen de behandeling van daders met een stoornis (die celstraf én tbs kunnen krijgen) en de behandeling van daders zonder stoornis (die alleen een celstraf kunnen krijgen) kan worden verkleind. De wetgever kan bijvoorbeeld bepalen dat tbs niet langer mag duren dat de maximale celstraf die staat op het delict waarvoor de dader is veroordeeld. De tbs met dwangverpleging wordt dan gemaximeerd. Een dader met een stoornis kan dan niet langer worden opgesloten dan een dader zonder een stoornis. Een andere mogelijkheid is dat tbs – of een vergelijkbare maatregel – ook kan worden opgelegd aan daders zonder stoornis bij wie het recidiverisico heel hoog is. In Duitsland bestaat een dergelijke maatregel voor gevaarlijke daders: de Sicherungsverwahrung. Het is moeilijk om te zeggen welke oplossing het beste is. Daarvoor moet eerst verder onderzoek worden gedaan. Dat onderzoek wordt onder andere verricht door onderzoekers van Ucall.